Vlinders en libellen
Afgelopen week was het compleet feest in onze tuin: tientallen kleine vossen, enkele distelvlinders, dagpauwogen, atalanta's, distelvlinders, argusvlinders en diverse blauwtjes dartelden er rond. Met hun lange roltong dronken ze de nectar uit de kleine diepe bloemetjes van de vlinderstruiken en het koninginnenkruid. Waarschijnlijk is de zuidelijke luchtstroming debet aan dit vlinderfeest.Dit argusvlindertje op het koninginnenkruid viel me op door zijn afgeknipte vleugelpunten. Gewoon slijtage? Of zou een vogel hebben geprobeerd dit vlindertje te pakken?
Ik vond vanmiddag een mooie houtpantserjuffer (vrouwtje). Deze groep libellen vormen een aparte groep. Zij hebben in rust hun vleugels schuin naar achteren gestrekt. De andere soorten juffertjes houden de vleugels recht over hun lijfje gestrekt. Deze houtpantserjuffer dankt haar naam aan haar manier van eitjes afzetten: dat doet ze namelijk in de bast van een twijg langs de waterkant. Prachtig als je zoiets ontdekt in je tuin. Aan het eind van de winter vallen de piepkleine larfjes uit hun twijgje in de sloot.
Een veel grotere libel is de Paardenbijter. Deze twee exemplaren rusten even op de vierkante stengels van het helmkruid. Daarna gaan ze er weer als een speer van door om in de tuin allerlei vliegjes te vangen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten